Adressen & verhalen uit Rome
Van die onvergetelijke trattoria in een Romeinse buitenwijk tot de beste pizza in hartje centrum. En van een prijswinnende carbonara tot de pasta die ik eigenlijk niet durfde te eten.
Het gebeurt niet vaak, maar afgelopen weekend kreeg ik in Rome een gerecht voorgeschoteld dat ik aanvankelijk niet durfde te eten. En je weet: ik draai mijn hand niet om voor een paar ballen of hersenen. Gelukkig wist ik me over mijn angst heen te zetten, want ik werd beloond met een zalige Romeinse klassieker. Hieronder lees je hoe dat zit.
Het was sowieso een feest om er weer te zijn, al heb ik een haat-liefdeverhouding met Rome. De haat zit ‘m in het toerisme dat zulke buitenproportionele vormen heeft aangenomen dat ik er nooit meer heen zou gaan als je er niet zo verdomd goed kon eten. En daar zit ‘m dan ook de liefde.
Net als elke stad in Italië heeft Rome zijn eigen specialiteiten. Het is niet alleen dé plek voor artisjokken, maar ook de bakermat van een aantal beroemde pasta’s waaronder de cacio e pepe, de carbonara en de all’amatriciana, die dan ook overal op de kaart staan. Toch kan er maar één pasta de beste zijn - en volgens mij heb ik die gevonden.
Rome is ook de stad van het slachtafval. De Italianen hebben er zelfs een poëtische term voor: quinto quarto, het vijfde kwart. Dat slaat op de incourante delen van het dier, waarvan de arme bevolking vroeger uit pure noodzaak de meest geweldige gerechten bereidde. Zo ontstond een creatieve en razend interessante keuken die het ontdekken meer dan waard is. Zeker nu, want er is een nieuwe generatie chefs opgestaan die het koken met het vijfde kwart nieuw leven heeft ingeblazen - en niet zo’n beetje ook.
Voor wie dat allemaal te veel van het goede is: ik geef je hieronder ook adressen voor prijswinnende pasta carbonara, perfecte cappuccino en het beste streetfood.